“Dat is nou echt iets voor hoger-opgeleide mensen. Die drie procent van je vriendengroep die écht zijn of haar passie volgt in het leven. Die keurig alle lagen van de Maslov-Pyramide kunnen afvinken, misschien een keer flink onderuit zijn gegaan en weer omhoog geklauterd inclusief diepe en prachtige inzichten over het leven.”
Onzin natuurlijk, maar wat we wel zien is dat mensen en bedrijven proberen steeds betekenis te geven aan wat ze doen, wat ze consumeren, waarvoor en hoe ze werken, hoe ze leven. Zingeving is voor mensen en bedrijven steeds explicieter belangrijk geworden. Letterlijk expliciet eigenlijk; het is onderdeel van marketingstrategieën en arbeidsmarktcommunicatie. Reken dat maar eens om in euro’s.
Desondanks wordt zingeving toch niet altijd echt als zinnig gezien. Een beetje vaag, zweverig, of zoals boven geschetst, voorbehouden aan een selecte groep mensen.
Vrijzinnige tijden
We leven in een ‘vrijzinnige’ tijd. Dat betekent dat wij als mens vrij zijn om zelf zin te geven aan ons bestaan. De zin wordt niet meer puur aangereikt van buitenaf; door god, de kerk, ideologie of macht; ‘god bepaalt alles, de mens niets’ is niet meer. Het tij is niet te keren; als mens moeten we zélf aan de slag om zin te geven aan ons bestaan. Dit klinkt misschien gek, maar kijk maar eens naar de termen die nu veel voorbij komen; persoonlijk leiderschap, zelfsturing, eigenaarschap, authenticiteit, autonomie, vrije ontplooiing. Het gaat allemaal uit van vrijheid om zelf onze realiteit te scheppen en zelfbepaling van wie we (willen) zijn.
Toch vinden we het moeilijk te vatten wat zingeving nou precies is, zeker in relatie tot werk. Voormalig denker des vaderlands René Gude (helaas overleden in 2015), sprak over vier verschillende vormen van zingeving:
-
Zinlijk
De eerste vorm van ‘zin’ noemt René Gude het zinlijke, het lekkere, lijfelijke, lustvolle aspect van zin. Deze variant heeft millennia in het verdomhoekje gezeten (het klinkt allemaal wat minder intellectueel), terwijl het echt een belangrijke bron is van beweging; zonder trek gebeurt er niet zo veel. Gude noemde hier vaak het voorbeeld van lekkere koffie op je werk. Daarnaast gaat het in mijn optiek ook over de energie die ontstaat bij leuke samenwerkingen en nieuwe ideeën, genieten van successen en je af en toe ongegeneerd apetrots voelen.
-
Zintuigelijk
De tweede vorm noemt Gude het zintuigelijke, het esthetische; je zintuigen worden geprikkeld. Een mooie omgeving, kunst aan de muren, of zelf mooie dingen maken in je werk. Ik kan bijvoorbeeld altijd erg blij worden van de mooie dingen die mijn creatieve collega’s maken.
-
Zinrijk
Zinrijkheid gaat over zin ervaren door volzinnen te kunnen maken; in staat zijn te verwoorden van wat we beleven, ervaren en meemaken en dat dit rationeel gezien ‘klopt’. Wat is de bedoeling van je werk en zijn de werkzaamheden die jij verricht logisch en waarde toevoegend? Ik denk dat mensen met zogeheten ‘bullshit jobs’, oftewel werk waarvan mensen zelf vinden dat het (deels) een onzinbaan is, hun zin in werk overwegend niet uit zinrijkheid halen.
-
Zinvol
Last but not least: het zinvolle aspect van werk. Draag je iets bij aan dingen die jij belangrijk vindt, of zijn er bepaalde doelen die je nastreeft? Passen de waarden van het bedrijf waar jij voor werkt bij de waarden die jij toekent aan je leven?
Ik vind dat we in het algemeen (media, trainingen, etc) de neiging hebben om te focussen op de laatste vorm zingeving; zinvolheid. Daarnaast lijkt zingeving vaak een vrij individuele exercitie te zijn; een vorm van zelfontplooiing. Zingeving komt daarbij nauwelijks op de agenda op plekken waar werk niet direct heel waardevol of nobel lijkt, of waar inhoudelijke ontwikkeling geen belangrijk onderwerp is. En dat is onwijs zonde en wat mij betreft een gemiste kans; zin in werk en leven gun ik iedereen. Waar valt voor jouw organisatie nog wat te winnen, kijkende naar de vier vormen van zingeving?
Inspiratie door: Lezing Henk Steenhuis, 4 oktober ’18