In een interview werd mij laatst gevraagd waarom werkgevers moeten investeren in de gezondheid, vitaliteit en inzetbaarheid van hun medewerkers. Is dit niet de verantwoordelijkheid van de werknemers zelf? Is je hiermee bemoeien niet betuttelend en kom je terecht in het privédomein waar je van af moet blijven?
Teamspirit
In mijn jongere jaren was ik gek op sport en bewegen. Hoewel ik nu met 46 jaar af en toe nog steeds denk die jonge sportgod te zijn, weten mijn dochters met hun smalende glimlach wel beter. Veel sporten met een bal, groot en klein, heb ik in verschillende fasen van mijn jongere ik beoefend. Hoewel ik allesbehalve de meest getalenteerde was, had ik er ontzettend veel plezier in. En nog steeds.
Wat het me daarnaast bracht is de lol van samen. Het idee dat je als team meer bent dat de optelsom van individuen. Dat je er als team sterker van wordt, door te trainen, te verliezen en te winnen. Ik ben ervan overtuigd dat dit voor organisaties precies zo werkt. Dat medewerkers niet alleen kiezen voor de functie, rol, collega’s, voorwaarden of werkplek, maar kiezen voor de organisatie, het team; het totaalplaatje. Ons werk als adviseurs op het gebied van duurzame inzetbaarheid biedt juist een enorme kans om daarop in te zetten.
Hiermee maken we niet alleen de individuele werknemers gezonder en vitaler, maar juist de organisatie als totaal. Door het karakter van je aanpak zo aan te passen dat het teams en organisaties verbindt, versterkt en activeert, ontstaat de echte meerwaarde. In het bijzonder vraagt deze tijd om meer dan alleen een individuele benadering. Laten we er dan ook betekenis aan geven en afstappen van die eenzijdige discussie of het voor de medewerker wel mag, niet te betuttelend is en wie verantwoordelijk is.
Rol van werkgever
Vandaag de dag zien we duidelijk de gevolgen van de weeffouten door een overheid die alles overlaat aan ‘de markt’. Los van je politieke opvatting, maar juist deze ‘markt’ kan en moet haar verantwoordelijkheid nemen. Deze tijd vraagt daarmee om een aanpak die een appèl doet op ‘het totaal’ en rekening houdt met doelgroepen die door de huidige situatie alleen maar meer op afstand zijn komen te staan. Als werkgever kun je daar met de juiste aanpak een grote rol in spelen.
Ik was overigens niet getalenteerd, maar wel bloedfanatiek. Toen was dat misschien de enige manier om mijn beperkte sporttalenten te compenseren. Gelukkig is dat niet veranderd en zal ik me tot de laatste meter blijven inzetten om voor ons mooie werk de meerwaarde voor mens, organisatie én maatschappij te laten zien.